Boswachter Mark Kras werkt in Nationaal Park Hollandse Duinen voor Staatsbosbeheer en blogt voor Toeractief. In deze blog legt hij uit hoe (onder andere) de zandhagedis en konikpaarden omgaan met deze aanhoudende warmte.
Zweet stroomt over mijn rug. Zojuist ben ik van mijn woonplaats naar Den Haag gefietst. Elf kilometer is een mooie afstand voor woon-werkverkeer met de fiets. Sterker nog de laatste keer dat ik hiervoor de auto pakte duurde het langer dan het half uurtje met de fiets. Maar goed, vandaag is het de vierde dag op rij dat het kwik boven de dertig graden gaat stijgen. Zelfs om half negen is het al 25 graden. Na het fietstochtje dus eerst even uitzweten voor ik mijn boswachtersoutfit aantrek. Dan een liter water drinken en aan de slag.
Er is iets geks met zweet. Ieder mens doet het, maar op een of andere manier hebben we er moeite mee en camoufleren we het maar snel met een geurtje. Ook op mijn bureau staat zo’n busje met camouflagegeur. Mijn jongste dochter is zelfs zo ver dat zweten an sich al reden tot zorgen geeft. ‘Help, ik zweet!’ Dat terwijl zweten dé manier is om de overtollige warmte van ons lijf kwijt te raken. Zeker met een windje is het heerlijk verkoelend zo’n laagje zweet op je huid. Gelukkig hebben wij mensen geen vacht die het zweten belemmert.
Koele begrazers
In de gebieden die we beheren zien we dieren op verschillende manieren omgaan met warmte. In eerste instantie zie je ze de schaduw van bomen opzoeken, daar blijft het wat koeler. De konikpaarden zoeken bij langdurigere warmte juist de open ruimte op, om dat kleine briesje te gebruiken om af te koelen. Zij zweten door hun kortere haren een stuk makkelijker dan de Schotse Hooglanders. Die lopen vaak tot hun buik het water in om wat af te koelen. Omdat deze dieren door natuurbeheerders worden ingezet voor begrazingsbeheer van de bijzondere natuur waar we zorg voor dragen, is er extra zorg voor deze dieren en worden ze extra in de gaten gehouden tijdens zeer warme dagen. Deze sterke paarden- en runderrassen lijken op de wilde koeien en paarden van vroeger en worden gekozen omdat ze het hele jaar door buiten kunnen zijn.
Bakje water
Wilde dieren hebben ieder zo hun eigen strategie om met warmte om te gaan, maar in versteende stedelijke gebieden kunnen wij hen daar een handje bij helpen. Vogels in tuinen kunnen nu een bakje water goed gebruiken (wel buiten bereik van de buurtkatten natuurlijk). Ook voor egels kan een bakje water uitkomst bieden. Ook meelwormen zijn een welkome aanvulling als bron van energie. Door de warmte hebben ook de bijen en vlinders het een stuk lastiger. Bloemen raken sneller uitgebloeid, waardoor er minder nectar beschikbaar is. In de tuin kun je deze dieren helpen door een bak water met een dikke katoenen of jute lap erin klaar te zetten. Bijen en hommels kunnen dan drinken zonder dat ze verdrinken. Voor vlinders is een bakje suikerwater met wat grint waarop ze kunnen zitten een uitkomst.
Zandhagedis
Reptielen zijn voor hun lichaamswarmte afhankelijk van de omgevingstemperatuur. De zandhagedissen in de duinen zie je zichzelf opwarmen op open stukken zand of, minder handig in verband met fietsers, op het asfalt. Met deze hoge temperaturen zijn ze al vroeg op de ochtend actief. Langs de randen van bijvoorbeeld ligusterstruiken jagen ze op insecten. De ligusterstruiken bieden bescherming tegen roofdieren maar ook tegen de warmte. Waar een zoogdier vast zit aan een vaste lichaamstemperatuur, is die van zandhagedissen een stuk flexibeler. En als het te warm is, duiken ze in een muizenhol waar het een stuk koeler is. Een leuke tip voor wie meer wil weten over de zandhagedis: In de podcastserie Groene Oren van Staatsbosbeheer verschijnt binnenkort de aflevering over de zandhagedis.
Juiste strategie
Voor alle dieren geldt dat rust nu extra belangrijk is. Dat geeft ze de ruimte om de beste strategie te kiezen om tijdens de hitte voldoende voedsel en vocht binnen te krijgen. Angstig wachten wat er komen gaat of op de vlucht slaan, kost veel energie. Die kunnen ze beter gebruiken om met de warme zomer van 2020 om te gaan. Dieren zijn gewend aan bezoekers die in natuurgebieden wandelen of fietsen over de paden of aangegeven routes. Als bezoeker kunnen we de dieren in de natuur dan ook goed helpen: houd honden aan de lijn en blijf op het pad, ook als je die ene foto wil schieten. Dat is in deze warme zomer voor de natuur extra belangrijk.
Wil je naast de bovenstaande tips in je eigen dorp of stad nog iets meer doen? De dierenbescherming geeft tips voor huisdieren.
Boswachter Mark Kras is op Twitter en Instagram te volgen als @boswachtermark en hij schrijft regelmatig blogs op www.boswachtersblog.nl en www.natuurfotografie.nl