Tekst Mark Kras
Een jonge soldaat zit op zijn uitkijkpost, hoog in een van de laatste bomen van het Haagse Bos. Aan de voet van de boom ligt een antitankgracht. Een verdedigingswerk dat bescherming moet bieden aan de Rijkscommissaris van Nederland, Arthur Seyss-Inquart, die zijn zetel heeft in de op een boerderij gelijkende enorme bunker. Maar de Rijkscommissaris is niet zijn grootse leider. De jonge soldaat kerft in de boom waarin hij zit. Een grote sterke leider. Zijn wens is uitgekomen. Zijn geliefde vaderland wordt met strakke hand geregeerd door een grote leider. Een man in de traditie van Julius Caesar, van Dzjengis Khan, van Napoleon. Leiders waar onderdanen al snel de controle over hebben verloren. Leiders die door een schare nauwelijks kritiek leverende volgers geen strobreed in de weg werd gelegd. De soldaat kerft het portret van zijn Führer in de boom. Om even later het symbool van nazi-Duitsland erboven aan te brengen.
De leegte
Zijn blik dwaalt over de omgeving. Hij kan vanuit zijn uitkijkpunt met wat moeite Paleis Huis ten Bosch zien. De kale vlakte is een vrij schootsveld rond de tankgracht, maar ook de plek van waaruit V2-raketten worden afgevuurd op Londen en het laatste jaar ook op Antwerpen. Raketten die dood en verderf zaaien in de steden van de geallieerden. De soldaat waakt erover dat burgers op zoek naar hout het gebied niet betreden. De winter was ongewoon hard voor het bezette Nederland. Naarstig werd gezocht naar wat hout om de huizen te verwarmen. Het is nog vroeg in de ochtend. Plots klinkt in de verte het gedreun van zware motoren.
Het inferno
Een Brits squadron bommenwerpers nadert. De vliegtuigen naderen te snel om een ander heenkomen te zoeken. Terwijl de brisantgranaten vallen op met name de wijk Bezuidenhout zit de soldaat verbijsterd in de beuk. Waarom wordt de overvolle wijk gebombardeerd? Evacuees uit het in 1940 door de Luftwaffe gebombardeerde Rotterdam en uit Scheveningen waar de afgelopen jaren de Duitse kustverdedigingslinie AtlantikWall is gebouwd, hebben hun toevlucht gezocht bij de inwoners uit de wijk. Er vallen vele doden. Het vergissingsbombardement, door een fout in de gebruikte coördinaten, is nog meer bizar als je beseft dat een Nederlandse vliegenier zelfs zijn eigen schoonouders bombardeert. Dagenlang brandt de wijk. Tot overmaat van ramp mislukt de lancering van een V2 raket en treft zes brandweermannen die met schaarse middelen trachten tussen de puinhopen de brand te blussen.
In de beuk zit ondertussen een ander soldaat. Hij ziet de inscriptie van de grote leider die zijn wapenbroeder heeft achtergelaten. Dan dwaalt zijn blik over de rokende puinhoop van de Haagse wijk.
De inscriptie
In het Haagse Bos staat een boom met een inscriptie. Een herinnering aan het geloof in een sterke leider die tot vijanddenken opriep en de wereld tot in haar ziel schokte.
Het jaar 2024 is het jaar van het bos. Een bos is een complexe, soms onverwachte, soms ondoorzichtige samenwerking waarin ruimte is voor vele soorten en met onze hulp soms zelf nog wat meer. Maar soms vertelt een enkele boom in een bos een verhaal dat keer op keer verteld moet worden. Want zonder het verleden te herdenken raken we verdwaald in de waanzin die ontspruit uit het idee dat in tegenstelling tot samenspraak en samenwerking een grote leider ons zal verlossen van onze problemen.