“Zo, ik ben weer leeg. Klaar voor een nieuwe week. Daar was ik wel aan toe. Kreeg het knap benauwd. Zat al de hele zondag met vier pizzadozen overdwars. Ja bizar, ik schrok me rot. Zag die pizzabezorger zo het bos binnen scheuren. Nog los van de herrie: hij reed bijna een dame met haar hondje van haar sokken. Ze kon hem nog net in veiligheid brengen. Zelfs toen ze het zakje met hondenpoep bij me naar binnen gooide, keek ze nóg schichtig om zich heen. Niet dat ik op dat zakje zat te wachten, maar het is natuurlijk logisch dat ze het niet mee naar huis neemt en die zakjes verteren nauwelijks sneller dan plastic, dus achterlaten in het bos is vragen om zieke dieren. Tja, dat blijft een dilemma.”
Tekst en foto’s: Mark Kras
“Ik sprak laatst een oude bak. Je weet wel zo’n betonnen exemplaar zoals die hier al tientallen jaren staan. Hij klaagde dat ze nu echt met minder waren en miste zijn oude maten. Hij wist niet dat wij nieuwe twee keer zoveel afval kunnen opvangen.
Hij was verbaasd toen ik het hem vertelde. Op het eerste gezicht had hij dat zo niet ingeschat. Hij vond ons wel opzichtig, maar had niet het idee dat we zo groot waren. Ik vond hem maar een chagrijn.
Hij vertelde dat hij het bos al een tijdje zat was. Om de haverklap werd hij omgegooid. Daar lag ie dan een dag of twee als een dom blok beton in het bos. Tot de boswachters kwamen om hem met veel gedoe weer overeind te krijgen met een trekker en spanbanden. Daarmee kreeg hij meer aandacht dan waarop ie zat te wachten.
Wij zijn juist zo geplaatst dat we je aandacht trekken en je ons makkelijk kan zien.
En het werkt: je ziet mensen van hun picknickplek onze kant oplopen om hun afval hier achter te laten.”
Toch nog in de bak
“Maar niet alle mensen hè. Die van het goedkope bier en die blikjes met de rode stier niet. Zou dat spul je hersens aantasten? Laatst zag ik een van hen een blikje helemaal kapot maken. Als scheurend en draaiend wist hij er een soort kunstwerkje van te maken. Het leek wel een blikken bloem. Even dacht ik dat ie het kunstwerkje keurig mee zou nemen. Je weet wel zoals de boswachter steeds zegt: ‘Neem je afval mee naar huis. ’En dit was niet eens meer afval, het was best aardig gemaakt. Tot mijn stomme verbazing gooide hij het achteloos achter een van de bankjes. Ik hield mijn hart vast. Die blikken bloemblaadjes hadden vlijmscherpe randen. Het heeft daar uren liggen wachten op een kind dat zijn vingers er aan zou snijden. Of een hond die lelijk zijn bek er aan open kon halen. Gelukkig zag één van die vrijwillige vuilrapers het en wierp het in mijn opening.”
Samenwerken
“Je ziet dat steeds vaker hè. Mensen die misplaatst vuil van anderen opruimen. Vroeger was het alleen de aannemer die door de boswachter gestuurd was, en als er erg veel vuil in het bos was dan deden de boswachters zelf een extra ronde. Maar nu zie je steeds meer mensen met een grijper en een vuilniszak.
Geweldig vind ik dat soort mensen. Er is zelfs een echte raaptroep in het Haagse Bos. Samen houden ze de boel behoorlijk schoon. En dat is goed nieuws voor de natuur. Zeker nu het lente is en er de komende tijd jonge eekhoorns uit de bomen komen en vosjes rond gaan struinen.”
Pensioen
“Toch zou het mooi zijn als we binnenkort met pensioen zouden kunnen. Het zou een boel belastinggeld schelen als alle bezoekers hun vuil mee naar huis namen en alleen een kleine bak voor hondenpoep aan de randen genoeg was. Maar voorlopig nog maar even opvallen en pizzadozen en blikjes wegschrokken.”