Onlangs vielen mij de schellen van de ogen. Natuur noemen we in vakjargon ‘onze groene omgeving’. Boswachter is een ‘groen’ beroep. Hoveniers hebben ‘groene’ vingers. Natuurmensen zijn zelfs ‘donkergroen’. En ambtenaren, die werken aan de kwaliteitsverbetering van de ‘groene ruimte’. En toen zei Irma in de podcast De weg van de Dodo iets bijzonders: “Het gaat niet om groene bermen, maar juist om kleurrijke bermen.” Ze heeft gelijk. Jij weet dat en ik weet dat. Sterker nog: we weten dat allemaal, omdat we de komende tijd genieten van een prachtig kleurrijk schouwspel. De herfst.
Tekst: Mark Kras
Terwijl ik dit schrijf is het genieten van een oudewijvenzomer of – zoals de Amerikanen dat veel mooier noemen – een Indian Summer. Vergeef me dat ik bij indianen niet denk aan joelende ruiters die in een cirkel rondjagen en pijlen afschieten op een invasieve caravan huifkarren. Ik denk aan uitspraken zoals: ‘Welke wolf voedt je? Die van angst of die van vreugde?’ en ‘Aarde is niet van ons, wij zijn van de aarde’. Ik denk ook niet aan een indiaan, maar aan een oorspronkelijke bewoner van Amerika. Oftewel: een American. Ik denk aan intens met hun kleurrijke omgeving verbonden mensen.
Klaar voor de winter
Je voelt het. De temperatuur daalt. Je doet licht aan op je fiets. De dagen worden sneller korter. Je ziet het nu ook. Iets waar bomen al een tijd mee bezig zijn. Sinds de langste dag neemt het bladgroen in de bladeren af. In de bladeren van de boom wordt van kooldioxide, mineraalrijk water en zonlicht suiker gemaakt. Een ongelooflijk bijzonder proces waarmee planten zichzelf van voedsel voorzien. Een truc die geen chef-kok voor elkaar krijgt. Want wat de mens ook denkt te kunnen maken, zonder planten kunnen wij dieren onszelf niet voeden. Maar nu de winter nadert, is het voor planten zaak om voorzorgsmaatregelen te nemen. Al dat water in de plant maakt de plant kwetsbaar voor vorst. Water zet immers uit als het ijs wordt. De kracht die daarmee gepaard gaat, is zo groot dat de plant inwendig scheurt. Je kunt dan vertrouwen op het zaad dat je hebt verspreid en afsterven of je zorgt dat er zo min mogelijk water in wortel, stam, tak en blad achterblijft.
Kleurrijk afscheid
En die laatste optie is voor loofbomen een flink probleem. Bladeren trekken water omhoog via de stam door verdamping. Om water zoveel mogelijk uit de boom te krijgen, moet die zuigende werking van het blad worden gestopt. Het hormoon dat de aanmaak van bladgroenkorrels stimuleert, wordt na de langste dag steeds minder. Langzaam verdwijnt het groen uit het blad. Het blad verkleurt naar schakeringen geel, rood, en oranje. Ten slotte sluit de boom met een kurklaagje de aan- en afvoer naar het blad af en valt het blad van de boom. Nu er geen water meer omhoog gezogen wordt door het blad, zakt de toevoer van mineraalrijk water in het binnenste van de boom weg. En de stroom suikerrijk water die net onder de bast omlaag stroomt, houdt op. Geen strenge vorst zal de bast meer kunnen doen scheuren. Langzaam komt de boom in winterrust. Tot na de langste nacht de dagen weer gaan lengen en de temperatuur langzaam stijgt.
Werken aan kleurrijke bossen
Dit ritme voltrekt zich al miljoenen jaren in onze kleurrijke omgeving. Soms kwam er langzaam verandering in doordat het klimaat in een tijdsbestek van duizenden jaren veranderde. Maar sinds we als mensen het klimaat in ruim een eeuw van gebruik van fossiele grondstoffen snel aan het veranderen zijn, zien we de weersextremen toenemen. Grote droogte en hevige regens bedreigen niet alleen direct mensen die langs rivieren wonen of op verdrogende vlakten. Het verandert ook het ritme voor bomen die niet altijd toegerust zijn om zich zo snel aan te passen. Reden om in onze bossen te zoeken naar een grotere menging van soorten. Want als dan blijkt dat een soort het tempo niet kan bijhouden, zorgen de andere soorten er hopelijk voor dat het bos toch in al zijn schakeringen behouden blijft.
Lees ook deze blog van boswachter Mark Kras: over eekhoorns.