Vaak denken we bij een minivakantie over de grens aan de Ardennen of de Wadden. Maar niet veel verderop ligt Zweden: een waar paradijs met pure natuur en prachtige steden en dorpen. Je vliegt er zo naartoe of rijd met de auto in enkele uren naar het zuiden van het land. De beloning is een heerlijke plek met een rijke geschiedenis, veel monumenten, lekker eten en een fenomenaal natuurlandschap. We verkenden de wandelpaden, fietsten langs Zweedse historie, doken de steden in, baadden in de natuur – soms traditiegetrouw zonder kleding – en genoten van de eindeloze bossen. Enkele hoogtepunten delen we in deze editie met jou. Want in dit indrukwekkend mooie, fijne en goed bereikbare stukje Europa is het fantastisch fietsen en wandelen. Wat ons betreft dé aanrader voor dit jaar. En nog vele jaren daarna.
Göteborg
De op een na grootste stad van Zweden, ontstaan in 1612, bevindt zich aan de schilderachtige westkust van het land en straalt een open, ondernemende sfeer uit. Nederlandse invloeden zijn zichtbaar in bijvoorbeeld gevels en bouwwerken in de stad. Göteborg werd gebouwd vanwege de gunstige ligging en groeide snel uit tot commercieel centrum voor vishandel en scheepsbouw. In latere jaren kwam daar een rol als pionier op het gebied van transportinnovatie bij. Als geboorteplaats van Volvo en thuisbasis van het Volvo Museum, waar unieke oldtimers bewonderd kunnen worden, eert de stad haar rol in de auto-industrie en koestert ze trots haar geschiedenis in de vishandel. In de vele visrestaurants geniet je van lokaal gevangen zeevruchten. De stad is compact, waardoor veel bezienswaardigheden op loopafstand liggen of gemakkelijk bereikbaar zijn met de tram. Snuif het gevoel van de zeventiende eeuw op in de straten van Haga, een sfeervolle en centraal gelegen wijk met boetiekjes en knusse cafés. Of bewonder de goed bewaarde houten huizen die tussen 1870 en 1940 zijn opgetrokken als arbeiderswoningen. Ook de natuur omringt je op elke hoek.
