Boswachter Mark Kras werkt in Nationaal Park Hollandse Duinen voor Staatsbosbeheer en blogt voor Toeractief. In deze blog vertelt hij over zijn wielrenavonturen.
Bijna boven. Eindelijk wordt de weg vlakker. Mijn buurman is al een tijdje uit het zicht verdwenen. Aan de voet van de berg was het stijgingspercentage al 14%. Snel werd duidelijk, wat ik al wist, hij is een betere klimmer dan ik.
Later werden de percentages lager en ging ik een tempo rijden waarbij ik niet alle steentjes in het asfalt kon tellen. Voor me zie ik een supermarkt en een horecagelegenheid. De weg draait achter de supermarkt weer omhoog. Daar ligt het steilste stuk van de Planche des Belles Filles: 20%. Alsof je honderd meter een schuin dak van een huis op fietst. Tot tien meter onder de finish, zoals hij op 19 september in de Tour etappe is getrokken, weet ik mijn pedalen in beweging te houden. Dan val ik stil, en bijna om. Ik stuur onvrijwillig mijn fiets de berm in, klik mijn pedaal uit en hijg zoals ik nog nooit heb gedaan. Mijn ribbenkast trekt mijn longen uit elkaar om hectoliters zuurstof naar binnen te zuigen.
Trots, ontzag en bewondering
Nog tien meter. Kom op, gaan! Ik stuur mijn fiets haaks de weg op, klik mijn pedaal in en draai weer naar boven. Staand op de pedalen kom ik vijf meter hoger. Weer de berm. Ik herhaal de truc nog één keer en ben boven. Wandelaars kijken me verwonderend aan. Een mountainbiker fietst schijnbaar gemakkelijk de 20% helling op, langs me heen en gunt me geen blik waardig. Dus dit is het om een col van de eerste categorie uit de Tour de France te beklimmen. Ik voel trots voor mezelf, ontzag voor de berg en bewondering voor de renners die hier de 19e september tegenop zullen rijden.
Samen op de fiets in eigen land
Eenmaal op adem gekomen ga ik nog een stukje hoger en tref mijn buurman op de echte top van de berg. We feliciteren elkaar. Het hele jaar hebben we duizenden kilometers door het Zuid-Hollandse landschap gefietst. De coronamaatregelen in het oog houdend was het dé manier voor ons vijftigers om fit te blijven. Iedere woensdagavond en op zondagochtend rijden we met verschillende buurmannen rondjes. Dat gaat in een vlot tempo en steeds op een plek waar voldoende ruimte is voor een groepje mannen in lycra. We houden elkaar om beurten uit de wind en proberen zo goed mogelijk rekening te houden met anderen. Onderling waarschuwen we elkaar met kreten als: Voor! Tegen! Achter! Paaltje! En gebaren met arm en hand om zo veilig mogelijk onze rondjes te rijden. We groeten en bedanken mensen die wat ruimte voor ons maken, als we hen met een gepast belletje waarschuwen voor onze komst. Eenmaal thuis gekomen zitten we op het muurtje in de straat en praten we na over de tocht. Onze kinderen fietsen rondjes om ons heen. We praten over mooie tochten, handige fietsspullen en over dingen die we onderweg hebben gezien.
De boswachter weet van alles
Regelmatig wordt er naar mij gekeken als we door een natuurgebied zijn gereden. Eikenprocessierups, inrichting van paden, gedrag van bezoekers; boswachters weten daar van alles van. De laatste maanden is er veel te doen geweest over de drukte in onze gebieden en het gedrag van bezoekers. Krantenartikelen, tv-programma’s radio-interviews; er is nogal wat discours over de toegenomen drukte. Wat me daarbij vooral opvalt, is de neiging om eerst mensen in een hokje te duwen en dan de misstanden aan de orde te stellen. Vanuit het hokje komen mensen aan het woord. Zo staan al snel groepen mensen tegenover elkaar. In plaats van hoor en wederhoor is het vooral spreek en ‘weerspreek’. Op het muurtje met de buurmannen bestaat ook die neiging. Maar langzamerhand komt bij mij steeds meer de gedachte op dat we vooral door ons in elkaars ervaring te verplaatsen samen meer kunnen genieten van bezoeken aan ons mooie landschap.
Iedereen wil hetzelfde en samen kan dat
Onlangs passeerden we in een fietstunnel een dame op een e-bike. Voor ons gevoel ging dat prima. Er was ruimte genoeg. De dame was duidelijk verrast (goedgesmeerde racefietsen hoor je nauwelijks aankomen) en riep ons geïrriteerd wat nare dingen na. We waren duidelijk niet de eersten die haar hadden ingehaald. Ook ik erger me wel eens aan anderen. Iemand die onverwachts oversteekt, een hondenbezitter die een onrustige hond – aan een lange lijn – aan zijn buitenzijde heeft lopen langs een fietspad, een mountainbiker die breeduit uitrolt na een heftig stukje MTB-parcours, een ruiter die in galop een kruising oversteekt. Die irritatie kan best lang in mijn hoofd blijven hangen en als de volgende snel erop volgt, wordt het er niet beter op. Na het incident in de tunnel realiseerde ik me op het muurtje met de buurmannen ineens twee dingen die ik me voortaan in mijn hoofd prent: erger je niet of laat het los. Het helpt je niks en iedereen die op pad gaat wil genieten en weer veilig thuiskomen.
Ik moet eerlijk zeggen: het lukt niet altijd, maar als het lukt geeft het toch elke keer een voldoening. Niet zoveel als de klim naar de top van de Planche de Belles Filles, maar misschien is het een langere tocht die we met zijn allen moeten gaan om te leren omgaan met de toegenomen drukte in de buitengebieden. En mocht je de 19e september voor de tv zitten en de touretappe naar Planche des Belles Filles kijken. Dat laatste stukje… het is alsof je een schuine dak van een huis oprijdt.
Tip van Mark
De fietsbonden KNWU en NTFU en de Fietsersbond geven cursussen. De NTFU heeft er een voor racefietsers om veiliger en socialer hun hobby uit te oefenen. Voor ouderen is er de e-biketraining
en de Fietsersbond heeft een fietsschool. Zeker de moeite waard om eens te bekijken.
Boswachter Mark Kras is op Twitter en Instagram te volgen als @boswachtermark en hij schrijft regelmatig blogs op www.boswachtersblog.nl en www.natuurfotografie.nl
2 reacties
Leuk om te lezen. Doe Ruud de groeten
Henk
Wat heerlijk om al die verhalen te lezen genieten 😊 kan zelf ff niet actief bezig zijn met fietsen 🚴🏿♀️ over de kop geslagen gekneusde ribben ect. Dus even pauze helaas, ben benieuwd naar de volgende verhalen 👍👍👍